Op het gebied van duurzaamheid schiet de Nederlandse taal eigenlijk tekort. Je kunt dit woord namelijk op meerdere manieren uitleggen. Onder andere de Engelse taal voorziet hier wel in twee duidelijk verschillende woorden: sustainability en durability. Sustainability is duurzaamheid in de milieuvriendelijke zin van het woord; is iets goed voor het milieu? Durability staat voor duurzaamheid in de vorm van kwaliteit; gaat iets lang mee?
Wanneer iets duurzaam is, betekend het dus niet dat dit ook meteen goed is voor het milieu. Een plastic product kan duurzaam zijn omdat het heel lang mee gaat. Maar plastic en de productie ervan zijn per definitie slecht voor het milieu, omdat er veel Co2 uitstoot bij komt kijken en de kans groot is dat het plastic op de één of andere manier in het milieu terecht komt.
Wanneer het bij hout over duurzaamheid gaat, wordt ook vaak de kwaliteit of levensduur van het product bedoeld. De duurzaamheidsklasse van een houtsoort geeft bijvoorbeeld aan hoe lang een bepaalde houtsoort goed blijft bij direct grondcontact. Hout dat erg duurzaam is, blijft erg lang goed. En hout wat “niet duurzaam” is, heeft een kortere levensduur.
Gelukkig is het gebruik van hout ook vrijwel altijd goed voor het milieu (sustainable). Bij de productie van hout wordt minder Co2 uitgestoten dan bij enige andere grondstof. Hout is ook de enige grondstof die uit zichzelf terug groeit en dus, mits goed beheerd, oneindig beschikbaar is. Een keuze voor hout is dus altijd een keuze voor het milieu.